De geschiedenis van Louise-Marie

Het dorp vindt zijn ontstaan in de eerste helft van de 19de eeuw.

Ten tijde van het "Hollands bewind" behoorde bijna gans de Muziekberg toe aan twee grootgrondbezitters, namelijk baron van Hoobrouck de Mooreghem en baron Lefebvre uit Doornik. Beide heren hadden de ambitie om een kerk te bouwen en er rond een nieuwe gemeente op te richten. Door de politieke onrust en de omwentelingen van 1830 werden de plannen tijdelijk opgeborgen.

Rond 1845 werden de plannen terug bovengehaald, maar er was geen sprake meer van een nieuwe gemeente, enkel nog van het oprichten van een nieuwe parochiekerk. Deze werd feestelijk ingehuldigd op 19 september 1853, exact 7 jaar na de verschijning van Onze-Lieve-Vrouw in het Franse La Salette. Vandaar dat de parochiekerk ook werd genoemd naar Onze-Lieve-Vrouw van La Salette.

De naam Louise-Marie verwijst naar de eerste Koningin der Belgen, Louise-Marie d'Orléans, die overleed op de dag van de eerste steenlegging van de kerk (11 oktober 1850).

In de beginjaren maakte Louise-Marie op wettelijk vlak deel uit van vijf gemeenten (Ronse, Nukerke, Etikhove, Schorisse en Ellezelles) en twee provincies (Oost-Vlaanderen en Henegouwen). Op kerkelijk vlak waren dat twee bisdommen (Gent en Doornik) en drie dekenaten (Ronse, Horebeke en Ellezelles). Momenteel is deze structuur gelukkig al veel vereenvoudigd en maakt Louise-Marie nu enkel nog deel uit van het grondgebied Maarkedal en Ronse, beide in de provincie Oost-Vlaanderen. Op kerkelijk vlak hangt het af van dekenaat Ronse dat deel utimaakt van het Bisdom Gent.

Destijds had Louise-Marie ook nog een school, een treinstation, een postkantoor en een rijkswachtpost. Deze privileges zijn in deze moderne tijd verdwenen. De statige spoortunnel uit 1861 en het prachtig rusthuis uit 1902 daarentegen hebben wel standgehouden.

Voor een volledige geschiedenis van het dorp verwijzen we graag naar het boek "150 jaar Louise-Marie" dat in 2003 werd uitgegeven door de Heemkundige Kring Businarias uit Maarkedal.